Als kind spendeerde ik zowat elke zomervakantie een aantal weken aan zee. De auto werd volgeladen en we reden richting Koksijde, waar mijn opa een klein appartementje had. Zandkastelen bouwen, ijsjes en Boules de Berlin eten, met de go-cart over de dijk zoeven en keer op keer de Zeelaan op en af wandelen. Fietsen en wandelen deden we in de duinen, in De Doornpanne en op de Hoge Blekker. Op weg hiernaartoe passeerden we telkens wat ik “de boten” noemde, het boothotel La Normandie en het hotel-restaurant La Peniche. Dit erfgoed, een schip te midden van een duinenzee, sprak tot mijn kinderlijke verbeelding. Hoe was het schip er terechtgekomen? Woonden er piraten? Beide schepen zien werd één van de dingen waar ik elk jaar opnieuw naar uitkeek. Het appartement van mijn opa is ondertussen al jaren geleden verkocht, maar “de boten” passeer ik elk jaar nog wel een keer. En dan denk ik vol nostalgie terug aan die onbezorgde Koksijde-zomers. Annelies Van Craenenbroeck #BeeldindeKijker – september 2024
Meer informatie over de afbeelding